Monday, 24 July 2006

Israël voert ook Amerika's oorlog

Ingezonden stuk in Trouw, van Miriyam Aouragh en Pepijn Brandon.

De huidige crisis geeft de Verenigde Staten de mogelijkheid om via Israël de positie van Syrië en Iran te ondermijnen.

De berichtgeving over de oorlog in Libanon toont opnieuw Israëls uitzonderlijke capaciteit zichzelf de slachtofferrol toe te bedelen. De wekenlange wurggreep waarin het de burgerbevolking in Gaza heeft gehouden en de brute kracht die het nu tentoonspreidt in Libanon hebben dat beeld nog nauwelijks aangetast.

Het aloude beeld van ‘klein, belegerd Israël’ strookt niet met de realiteit van het huidige conflict. Alleen de dodenaantallen aan beide zijden wijzen hier al op. De bombardementen hebben in Libanon tot nu toe aan 380 mensen het leven gekost, vrijwel allen burgerslachtoffers. Aan Israëlische zijde vielen 36 slachtoffers, van wie de helft militairen. Deze aantallen zijn een weerspiegeling van de reële verhoudingen aan de grond. Er is in de afgelopen dagen veel gesproken over het vernietigende bereik van de raketten van Hezbollah. Maar deze capaciteit valt in het niet bij de kracht van het Israëlische leger, veruit de sterkste militaire macht in de regio en bovendien de enige met een nucleair arsenaal.

Vooraanstaande kritische Israëliërs hebben er al op gewezen hoe absurd het is de Israëlische verklaringen over de aanleiding van deze oorlog klakkeloos over te nemen. De operatie die nu gaande is, is een stap verder op een route die door Israël lang is voorbereid. Volhouden dat de ontvoering van de Israëlische militairen de huidige ronde van geweld heeft geopend, kan alleen als we afzien van de voortgaande annexatie van delen van de Westoever, de pogingen om de democratisch gekozen Palestijnse regering te ondermijnen en de bloedige bombardementen op Gaza in de maand voor de ontvoering.

Misschien wel het belangrijkste element voor een begrip van de verhoudingen in dit conflict is de internationale dimensie. Ja, Hezbollah ontvangt wapens en diplomatieke steun van Iran en Syrië. Maar dit is niet de enige vorm van buitenlandse inmenging. Israël ontvangt zijn wapens en diplomatieke steun van de VS, de enige overgebleven militaire supermacht in de wereld. Ook de EU, inclusief Nederland, kiest ervoor de schuld van de huidige crisis bij Hezbollah te leggen en verder af te wachten – een houding waarvan alleen Israël voordeel heeft.

Alleen door het huidige optreden van Israël te zien in de context van het Amerikaans-Britse project voor het Midden-Oosten en de ‘oorlog tegen het terrorisme’ kunnen we de etnische valkuilen ontwijken die verscholen liggen in de situatie. Dit is geen conflict tussen de Joden en de Arabieren, hoe graag sommige partijen aan beide zijden het conflict ook in deze termen zouden willen zien. Aan de ene kant houden de Arabische staten die het nauwst verbonden zijn met de VS zich angstvallig stil, aan de andere kant zijn er gelukkig groepen als ’Een Ander Joods Geluid’ en individuen als Noam Chomsky die Israëls claim op het alleenrecht te spreken voor de Joodse publieke opinie aanvechten.

Ook de Amerikaanse steun voor Israël moet niet gezien worden in etnische termen. Niet een bijzondere voorliefde voor Joden bij christelijk rechts in de VS, maar Israëls positie als enige stabiel pro-westerse mogendheid in het meest olierijke gebied van de wereld vormt de achtergrond voor Israëls voorkeursbehandeling.

Door de huidige crisis te gebruiken om via Hezbollah indirect ook de positie van Syrië en Iran in de regio aan te vallen, bewijst Israël opnieuw zijn nut voor zijn grootste donorland. Vooral Iran heeft altijd een sleutelpositie ingenomen in het streven naar ‘hervorming’ van het Midden-Oosten, waarmee de neoconservatieven in het Witte Huis de ‘oorlog tegen het terrorisme’ begonnen. Maar dit grote project lijkt vast te zijn gelopen in het zand van Afghanistan en Irak. De verkiezing van de Hamas-regering bevestigde hoezeer de VS niet in staat zijn de ontwikkelingen in de regio te sturen.

De VS raken steeds verder verstrikt in deze knoop. Terugtrekken uit Afghanistan en Irak zou het grootste Amerikaanse gezichtsverlies sinds Vietnam betekenen, in een strategisch veel belangrijkere regio. Een nieuwe sprong naar voren door het openen van een extra front leek tot op heden geen optie door de problemen waarin de VS in Afghanistan en Irak al verkeren. Israël deelt deze Amerikaanse zorgen, maar wordt niet geremd door hun militaire problemen. Hoe disproportioneel het huidige Israëlische geweld ook is, vanuit het Witte Huis bekeken creëert het openingen naar een nieuwe verschuiving van de krachtsverhoudingen in het Midden-Oosten in Amerikaans voordeel.

Natuurlijk heeft de Israëlische premier Olmert zijn eigen agenda in de huidige confrontatie, en opereert hij niet alleen als kwartiermaker voor de VS. Israël ziet zijn kans af te rekenen met twee belangrijke tegenstanders: de Hamasregering in de bezette gebieden en Hezbollah. Maar als die belangen niet zouden samenvallen met de belangen van de VS hadden we een heel andere ontrafeling van de diplomatieke ontwikkelingen gezien.

Het voorstel voor een internationale vredesmacht zoals dat nu op tafel ligt, en dat Israël steunt, verandert hier weinig aan. Israël mag nu zijn gang gaan, omdat het in essentie ook Amerika’s oorlog voert. En in dat kader is het goed ons te herinneren wat die oorlog de wereld tot nu toe heeft gebracht: de verwoesting en bezetting van twee landen, de schande van Guantanamo Bay, Abu Ghraib en Hadita, en een toename in plaats van afname van het terrorisme wereldwijd. Verdere escalatie in het Midden-Oosten zal hieraan niets positiefs toevoegen. Tegenstanders van de Amerikaanse politiek in het Midden-Oosten moeten consequent zijn en eisen dat het Westen zijn openlijke en stilzwijgende steun voor Israël staakt.

Miriyam Aouragh is mede-organisator van de demonstratie ‘Luid de noodklok’ afgelopen zaterdag in Amsterdam. Pepijn Brandon is hoofdredacteur van het maandblad De Socialist.