Tuesday 16 June 2009

Durf Wilders een racist te noemen

Durf Wilders een racist te noemen
Doodzwijgen van de PVV helpt niet

Gepubliceerd: 11 juni 2009 11:13 | Gewijzigd: 11 juni 2009 11:13

De PVV heeft alle kenmerken van een extreemrechtse partij. Maar het
racisme van de partij bij de naam noemen is in Nederland taboe, stelt
Rene Danen, voorzitter van de stichting Nederland bekent kleur.

Dinsdag was in nrc.next een grafiek te zien waaruit bleek dat de PVV
en de Oostenrijkse Lijst Dr. Martin met 17 procent van de stemmen
veruit de grootste `rechts-populistische´ partijen in Europa zijn.
Die term gaat voor de PVV echter niet op. In de buitenlandse media en
politiek wordt Wilders wel regelmatig aangeduid als extreem-rechts,
maar in Nederland durft bijna niemand het beestje bij de naam te
noemen.

Na het uitkomen van Wilders´ film Fitna bijvoorbeeld, was de
Nederlandse regering in zijn reactie vooral bezorgd over onze
handelsbelangen. Opmerkelijk genoeg was VN-topman Ban Ki-moon veel
harder in zijn oordeel. Hij zei dat "er geen rechtvaardiging was voor
de hatespeech in de film" en dat het aanpakken van de film niet in
strijd is met het beperken van de vrijheid van meningsuiting. In
Nederland ging de politiek over tot de orde van de dag en het
Openbaar Ministerie weigerde Wilders aanvankelijk zelfs te vervolgen.
Gelukkig heeft het Hof later alsnog opdracht gegeven om Wilders te
vervolgen voor "aanzetten tot haat en discriminatie". En dat is
terecht als je naar de standpunten van zijn partij kijkt.

De PVV wil de grenzen sluiten voor mensen van één bepaalde godsdienst
en de gebedshuizen en scholen van alleen die bevolkingsgroep
verbieden. Wilders zei in De Limburger dat hij de "moskeeën wil
afbreken," en in HP/De Tijd zei hij dat er "in Nederland best joodse
en christelijke scholen mogen bestaan, maar geen islamitische
scholen". Pure discriminatie dus. Bovendien heeft Wilders eerder
gezegd dat zijn utopie een Nederland zonder migranten is en dat hij
het onacceptabel vindt als de Nederlandse steden in de toekomst in
meerderheid uit niet-blanken bestaan. Wilders neemt het ook niet zo
nauw met de democratie. De PVV-leider is het enige lid van zijn
privépartij. Parlementariërs van de PVV worden niet gekozen door de
partij, maar aangewezen door Wilders. De club komt achter gesloten
deuren bij elkaar in bijeenkomsten waar niemand stemrecht heeft, ook
eurolijsttrekker Barry Madlener niet. De belangrijkste definiërende
kenmerken van een extreemrechtse partij - nationalistisch, anti-
democratisch en racistisch - zijn dus bij de PVV aanwezig.

Ook koketteert de partij graag met geweld. De Kamerfractie wordt een
"knokploeg" genoemd, Marokkaanse voetbalvandalen mogen in het been
geschoten worden en volgens Wilders hoeft van rassenrellen "niet bij
voorbaat een negatieve werking uit te gaan."

De overwinning van de PVV bij de Europese verkiezingen met 17 procent
van de stemmen is niet alleen een record voor Europa, maar ook in ons
land zelf. Andere extreem-rechtse partijen, zoals de
Centrumdemocraten en de NSB zoals de Boerenpartij en
Centrumdemocraten kwamen eerder nooit boven respectievelijk vijf en
acht procent van de stemmen.

De racistische standpunten van de Centrumdemocraten werden in de
jaren tachtig en negentig in het publieke debat sterk bestreden
waardoor de partij nooit meer dan een paar procent van de stemmen
haalde. Na een veroordeling van lijsttrekker Janmaat wegens
discriminatie in 1996 verdween de partij zelfs helemaal uit de Kamer.
Een harde aanpak van de discriminerende standpunten van de PVV, zowel
in het debat als via de rechter, zou ook nu de oplossing moeten zijn.

Maar het tegenovergestelde lijkt te gebeuren. Het benoemen van
racisme is sinds een aantal jaren het nieuwe taboe in Nederland. In
een tijd dat alles gezegd moet kunnen worden en politici zelfs
pleiten voor het recht op kwetsen, durft opvallend genoeg niemand de
vreemdelingenhaat bij de naam te noemen. In Nederland lijkt het idee
te leven dat racistische politici alleen in het buitenland bestaan.
Moeiteloos veroordelen we Dewinter en Le Pen vanwege hun opvattingen,
maar in ons land zou vreemdelingenhaat niet voorkomen. Buitenlandse
onderzoeken bewijzen het tegendeel. In maart zei de Commissaris voor
Mensenrechten van de Raad van Europa nog dat hij "serieuze zorgen had
over de racistische en intolerante ontwikkelingen" in ons land. De
Raad verbaasde zich er in een eerder rapport al over dat in Nederland
de racistische standpunten van de PVV zo weinig worden tegengesproken
door de andere politici. In eigen land deed de Anne Frank Stichting
onderzoek naar de PVV en kwam tot de conclusie dat het een
extreemrechtse partij is. Uit een rapport van de Vereniging voor
Nederlandse Gemeenten werd duidelijk dat veel gemeenten last hebben
van extreemrechtse jongeren. Meer dan van moslimextremisme. Toch
blijven pers en politiek ontkennen dat er een probleem is in ons land
met toenemend racisme. Het meest duidelijke voorbeeld daarvan was
Rita Verdonk die in de befaamde toespraak bij de lancering van haar
beweging Trots op Nederland zei: "Er verschijnen steeds onderzoeken
die ons van discriminatie beschuldigen. Nederlanders hebben het niet
in zich om te discrimineren!"

VVD-leider Mark Rutte ging onlangs nog verder en probeerde zelfs om
het aanzetten tot discrimineren en haat onder de vrijheid van
meningsuiting te scharen. Gelukkig kwam er veel weerstand tegen zijn
plannen toen bleek dat bijvoorbeeld de ontkenning van de holocaust en
het aanzetten tot discriminatie van homo´s, ook geaccepteerd moest
worden.

D66 is tot nu toe de enige partij in het parlement die Wilders
consequent aanspreekt op zijn vreemdelingenhaat. Schoorvoetend begint
GroenLinks dit voorbeeld te volgen. Maar ook andere partijen zouden
de bestrijding van racisme niet langer uitsluitend over moeten laten
aan de rechtbank en zich in het parlement en op straat weer duidelijk
moeten laten horen tegen iedere vorm van discriminatie. Doodzwijgen
van de PVV helpt niet. Het racisme van die partij benoemen en je daar
ferm tegen uitspreken wel.

René Danen is voorzitter van de stichting Nederland Bekent Kleur