Monday 24 August 2009

what a discrace...

Moslim-ideoloog Tariq Ramadan is door islamcritici net zo lang aangevallen tot zijn positie onhoudbaar werd.


Het Rotterdamse college heeft moslimfilosoof Tariq Ramadan ontslagen als gemeentelijk integratieadviseur. Zijn wekelijkse discussieprogramma ’Islam & Life’ op het Iraanse Press TV vormde hiervoor de aanleiding, want hij zou door zijn medewerking aan de zender het Iraanse bewind hebben gesteund. De gang van zaken had echter weinig te maken met een inhoudelijk oordeel over de programma’s van Ramadan – en veel met een politieke lynchpartij van een man die voor veel moslimjongeren een rolmodel is.

Met toenemende verontwaardiging hebben wij –zelf gevlucht uit Iran– in de afgelopen weken moeten toezien hoe de democratische strijd in Iran gekaapt werd door precies die politici, intellectuelen en opiniemakers die de afgelopen jaren een angst- en haatcampagne tegen moslims hebben gevoerd. De oprechte opstand van de Iraniërs werd functioneel omarmd, om een erudiete tegenstander een kopje kleiner te maken.

Sinds de electorale coup op 12 juni zetten wij ons samen met vele anderen via publicaties, petities en solidariteitsacties in om de protesten daartegen onder de aandacht van het publiek te brengen en het Iraanse bewind onder druk te zetten. Maar het ontslag van Tariq Ramadan heeft weinig te maken met de gebeurtenissen in Iran.

De druppel die klaarblijkelijk de emmer deed overlopen was Ramadans verbintenis met de Iraanse tv-zender Press TV. Het feit dat hij zijn medewerking aan de zender na de coup van 12 juni niet had opgezegd, zou inhouden dat hij het Iraanse bewind ook politiek steunt. Niets is minder waar, zo blijkt zowel uit de eigen woorden van Ramadan als zijn daden.

Press TV is een van de weinige internationale Engelstalige tv-zenders die bericht vanuit het hart van de islamitische wereld. De zender is overal te ontvangen, en is daardoor een aanlokkelijk podium voor een betrokken moslim-intellectueel die, in tegenstelling tot de Ellians en Hirsi Ali’s, niet ambieert om bij het Westen in de smaak te vallen, maar werkelijk een dialoog wil bewerkstelligen tussen zijn achterban en het Westen.

Er was alle reden voor Tariq Ramadan om na de recente gebeurtenissen in Iran een nieuwe afweging te maken over zijn betrekking bij Press TV. We hadden het toegejuicht als hierover, en over zijn denkbeelden in het algemeen, een inhoudelijke discussie was gevoerd. Maar wel alleen als die vrij zou zijn van de hysterie die het Nederlandse islamdebat op het moment kenmerkt.

Voorts constateren we dat de golf van verontwaardiging tegen Ramadans functie als presentator bij Press TV niet méér is dan een volgende aanval in wat steeds meer op een vendetta is gaan lijken.

Ieder kritisch geluid tegen de toenemende intolerantie jegens de islam en tegen moslims wordt weggehoond en kan rekenen op scheldkanonnades en verdachtmakingen. De afgelopen jaren domineert een luidruchtige groep opiniemakers en politici het debat over de islam. Zij propageren een beeld van een ‘botsing der beschavingen’, waarin moslims en het Westen elkaars tegenpolen zouden zijn. Zij werpen zich op als de ‘verdedigers van het Westen’ en ‘als je niet vóór ons bent, ben je tegen ons’, dus wie kritiek durft te uiten heult met de vijand.

Het is geen toeval dat slechts een paar maanden geleden deze opinieleiders geprobeerd hebben om Ramadan weg te krijgen vanwege vermeende homofobe uitspraken – vermeend, omdat die na een uitgebreid onderzoek door de Rotterdamse gemeente helemaal niet bleken te zijn gedaan.

Het enige, terugkerende bezwaar tegen Ramadan is dat hij met ’met een dubbele tong spreekt’. Maar hoewel zijn tegenstanders blijkbaar de grootste moeite hadden om hem op ’gevaarlijke’ en ’fundamentalistische’ uitspraken te betrappen, proberen ze niettemin karaktermoord te plegen door het beeld op te roepen van een gevaarlijke fundamentalist.

Inhoudelijke bewijzen tegen Ramadan dragen zijn criciti niet aan – dat hoeft ook niet, want in het huidige klimaat in Nederland is een mondige moslim al per definitie verdacht en daarmee een legitiem doel voor een haatcampagne.

Overigens willen we benadrukken dat wij – atheïsten, agnosten en vrijzinnige moslims – op veel punten van mening verschillen met Tariq Ramadan, maar we prefereren een inhoudelijke discussie boven een hetze.

Wat deze kwestie voor ons met name onverteerbaar maakt is dat de vendetta tegen islamitische hervormers als Ramadan wordt gevoerd over de ruggen van duizenden Iraniërs die hun leven wagen voor democratische veranderingen in hun land.

Hierachter schuilt echter een logica: de opiniemakers met hun scheldkanonnades op de islam en op de door hen zo verfoeide conservatieve ayatollahs zijn twee kanten van dezelfde medaille. De ayatollahs houden de Iraniërs al drie decennia lang voor dat als ze trouw willen zijn aan ’de’ islam, ze het repressieve systeem en de conservatieve opvattingen van de geestelijken moeten accepteren. Doen ze dat niet, dan zijn ze geen moslim. In Nederland beweert een groep ayatollahs zonder tulband in wezen hetzelfde, door te stellen dat ’de’ islam democratie, vrouwenrechten en allerlei sociale vrijheden uitsluit.

Ook de Nederlandse heren en dames dulden geen moslims die zich moslim en democraat noemen, zoals Soroush, Kadivar en Shabastari in Iran – dé theologische inpirators van de Iraanse hervormingsbeweging – en Ramadan in Nederland. Vanuit het benauwde en eenkennige perspectief van de Hollandse ayatollahs, kan het niet anders dan dat moslimdemocraten met ’dubbele tong’ spreken. Voor de ayatollahs daar en hier, is niets gevaarlijker dan de aantasting van hun monopolie op de definitie van de ware islam.

Dit artikel is mede ondertekend door Farhad Golyardi, publicist en redacteur Eutopia, Behnam Taebi, docent TU Delft en Peyman Jafari, politicoloog en bestuurslid Internationale Socialisten.


© Trouw 2009, op dit artikel rust copyright.